Een groepenkast wordt altijd in de meterruimte van een huis of gebouw geplaatst. In deze "meterkast" komen alle aansluitingen binnen waarna deze verdeeld worden. De componenten in de groepenkast zorgen voor verdeling van stroom naar alle installaties in het pand.
Een groepenkast bestaat uit een verplichte (NEN1010 norm) hoofdschakelaar. Deze maakt het mogelijk om met 1 handeling alle stroom uit te schakelen. Vervolgens gaat de stroom door een aardlekschakelaar. Deze zorgt ervoor dat bij een lekstroom de stroom wordt uitgeschakeld. Een aardlekschakelaar kan tot maximaal 4 installatieautomaten beveiligen. Er zit een test knop op om te controleren of deze juist werkt.
Dan komt het installatieautomaat, ook wel groep genoemd. Deze zorgt ervoor dat bij kortsluiting of overbelasting de spanning op de betreffende groep wordt uitgeschakeld. Een combinatie van een installatieautomaat en een aardlekschakelaar kan ook nog. Dit noemen we dan een aardlekautomaat. Deze combineert de funcies van beide componenten.
Overige componenten die in een groepenkast kunnen zitten zijn een stopcontact, fornuisautomaat, beltrafo of een kwh meter. Tevens zijn er allerlei accessoires zoals draad, kamrail en voedingsklemmen.